Om kennis te onderhouden en de ontwikkelingen bij te houden op het gebied van privacy management, organiseert Frijlande Permanente Educatie (PE) activiteiten in 1 of 2 dagdelen. Enkele modules/trainingen zijn bedoeld voor alumni/privacy professionals, maar voor de meeste is geen specifieke vooropleiding vereist, die zijn bedoeld voor iedereen die in het onderwerp is geïnteresseerd.
Als voor een onderzoek verzamelde data worden hergebruikt bij een nieuw onderzoek, dan noemen we dat secundair gebruik van data. Frijlande heeft samen met Gerard Ritsema van Eck een training in 2 dagdelen over dit onderwerp ontwikkeld.
De training is nadrukkelijk geen college, maar is op een interactieve manier opgezet waarbij aan kleine opdrachten wordt gewerkt en verschillende discussies worden gevoerd.
Gerard Ritsema van Eck is docent aan de Rijksuniversiteit Groningen, gepromoveerd op privacy in de publieke ruimte en associé van Frijlande.
Secundair gebruik van data: als voor een onderzoek verzamelde data worden hergebruikt bij een nieuw onderzoek.
Google Maps gebruikt jouw locatiegegevens om je sneller van a naar b te krijgen, dat je dan meteen weet waar files staan is mooi meegenomen. Maar het is niet de bedoeling dat Google jouw zorgverzekering op basis van jouw locatiegegevens inlicht dat je niet meer zo vaak naar de sportschool gaat. Gelukkig helpt de AVG daarbij.
Interview met Gerard Ritsema van Eck:
Q: Kun je jezelf kort voorstellen?
A: Mijn naam is Gerard Ritsema van Eck, in het dagelijks leven ben ik universitair docent gegevensbeschermingsrecht aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Dat betekent vooral dat ik toekomstige juristen probeer te doordringen van het belang van privacy, en de algemene beginselen bijbreng. Daarnaast is er altijd veel ruimte voor de actualiteit, want die is nooit ver weg in het it-recht.
Q: En onderzoek, doe je dat ook aan de universiteit?
A: Je zou het soms bijna vergeten, zeker in drukke onderwijsperiodes, maar gelukkig blijft er ook genoeg ruimte over voor onderzoek. De hoofdmoot van mijn onderzoek gaat over privacy in de publieke ruimte.
Q: Je bent afgelopen jaar ook gepromoveerd. Wat houdt dat in, en waar ging je promotie-onderzoek over?
A: Klopt, sinds 16 september mag ik me ‘dr.’ noemen. Het voelt nog wel wat onwennig, maar het is een mooie bekroning op jaren onderzoek doen. Want dat is wat een promotie eigenlijk is, een bewijs dat je zelfstandig wetenschappelijk onderzoek kunt doen. Mijn promotieonderzoek ging ook over privacy in de publieke ruimte, en dan vooral over de impact die burgerparticipatie bij surveillance daarop kan hebben.
Q: Dat klinkt ingewikkeld…
A: Hahaha, nou, ik heb er zes jaar onderzoek naar gedaan, dus blijkbaar is het daar inderdaad ingewikkeld genoeg voor. Maar je moet je voorstellen dat de politie altijd al veel hulp heeft gehad van gewone burgers op straat, die bijvoorbeeld bellen als ze iets verdachts zien. Maar die bijvoorbeeld ook op kunnen treden als getuige, en zo politie-onderzoek verder kunnen helpen. De afgelopen twee decennia hebben we de opkomst van de smartphone meegemaakt. Hierdoor is dit soort burgersurveillance een heel nieuw tijdperk ingegaan, waarbij iedereen bijvoorbeeld filmpjes naar de politie kan sturen. In de toekomst wordt het zelfs mogelijk om videomateriaal direct naar de meldkamer te streamen. Maar ook bedrijven maken gebruik van smartphones om gegevens over de openbare ruimte te verzamelen, zoals de heel nauwkeurige filemeldingen van Google Maps. Dat heeft allemaal invloed op hoe we de openbare ruimte beleven, en hoe we omgaan met het recht op privacy.
Door de opkomst van de smartphone in de afgelopen twee decennia is de burgersurveillance een heel nieuw tijdperk ingegaan, iedereen kan filmpjes naar de politie sturen. In de toekomst wordt het zelfs mogelijk om videomateriaal direct naar de meldkamer te streamen.
Je kunt de mijn promotie-onderzoek downloaden op de website van de Rijksuniversiteit Groningen:
Q: De training ‘Secundair gebruik van data’ die je voor Frijlande geeft gaat over hergebruik van data. Wat heeft dat te maken met privacy in de publieke ruimte?
A: Heel veel van de gegevens over de openbare ruimte worden eigenlijk verzameld met één doel, en dan vervolgens ook weer ingezet voor een ander doel. Denk maar weer aan Google Maps, die locatiegegevens in eerste instantie gebruikt om jou sneller van a naar b te krijgen. Dat je daarmee meteen weet waar de files staan, is mooi meegenomen. Maar het is natuurlijk wel belangrijk dat het daarbij blijft, en dat Google niet een seintje gaat geven aan je zorgverzekering als je opeens niet meer zo vaak naar de sportschool gaat. Die scheidslijn is vaak lastig precies te maken. Gelukkig helpt de AVG ons daar wel mee, maar het blijft altijd puzzelen. Dat vind ik ontzettend leuke en interessante materie.
In de training van Frijlande worden in 2 ochtenden praktische vragen van de cursisten behandeld. In de praktijk wordt technologie gebruikt waar gegevens uit komen, maar deze worden vaak niet gebruikt uit angst om de privacywet AVG te overtreden.
Q: Tsja, leuk dat jij het als dr. aan de universiteit die lastige puzzel interessant vindt, maar waarom zou ik de training ‘hergebruik van data’ bij Frijlande volgen?
A: Veel cursisten zitten met hele praktische vragen. Ze gebruiken technologie waar gegevens uit komen, die heel nuttig kan zijn. Maar die blijven vaak liggen uit angst om de AVG te overtreden. Gedurende de eerste ochtend schets ik het algemene beeld van de regels en uitzonderingen die er zijn. Tijdens de tweede ochtend gaan we met een aantal problemen van de cursisten aan de slag, om een heel erg hands-on idee te krijgen van hoe je zo’n situatie nou aanpakt. Als het goed is, gaat iedereen weer terug naar huis met een heel duidelijk idee wat de volgende stappen zijn om die puzzel op te lossen. Dan wordt het weer ietsje minder lastig!